Het is nog maar een paar jaar geleden dat de Eemshaven bekend stond als een
zorgenkindje. "Een mislukte overheidsinvestering," vonden de
sceptici. Maar dat is nu veranderd. "Zelfverzekerdheid en Groningse
nuchterheid, die combinatie is de basis van ons succes," aldus
directeur Harm Post van Groningen Seaports.

Als beheerder van de haven van Delfzijl, de Eemshaven en de aangrenzende
industrieterreinen heeft de organisatie als geen ander zicht op wat er zich
in de Eemshaven afspeelt. "Tien jaar gelden kampten de Groninger
zeehavens met een enorm imagoprobleem. Dat hebben we de laatste jaren
gelukkig weten om te draaien," zegt de directeur. "De overslag is
vergroot van 5,5 naar 7,7 miljoen ton per jaar en het aantal verkochte
hectares grond langs de haven is gestegen van vijf naar twaalf per jaar."

Als een of twee grote ondernemingen besluiten in een haven te
investeren, is er volgens Post pas sprake van een doorbraak. Dat effect is
nu in de Eemshaven te zien: "Bavaria heeft er een moutfabriek gebouwd
en Nuon gaat er een energiecentrale neerzetten. Nu zien ook anderen opeens
de voordelen van de Eemshaven in."

Het binnenhalen van die ondernemingen ging niet vanzelf. Om de haven beter
bekend te maken bij ondernemers,is Groningen Seaports druk gaan netwerken. "We
moesten onszelf geplaatst zien te krijgen op de lijst van potentiële
locaties voor grote bedrijven, de zogenoemde ‘long list’. Nuon bijvoorbeeld
hebben we meermalen bezocht om ze goed uit te leggen welke fout ze zouden
maken als ze niet voor de Eemshaven zouden kiezen."

Maar ondernemers die al in Eemshaven waren gevestigd zijn net zo belangrijk,
benadrukt de directeur. "Om ervoor te zorgen dat ook zij blijven
investeren is knuffelen van het zittende bedrijfsleven voor Groningen
Seaports prioriteit nummer één."

Om de haven ook internationaal bekend te maken, opperde Post begin
augustus dat de Eemshaven voortaan 'Rotterdam-Noord' zou moeten heten. De
Eemshaven zou zo kunnen profiteren van de bekendheid van Rotterdam.
Rotterdam zou omgekeerd baat hebben bij de overslagcijfers van Delfzijl.
"Rotterdam is zestig keer groter. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat
we ons als Calimero moeten gedragen. Het grote voordeel van onze haven is
dat we hier nog voldoende ruimte hebben en dat we goed bereikbaar zijn door
de aansluiting met de Duitse snelweg A31 en het ontbreken van files."

Die voordelen hebben inmiddels veel bedrijven naar de Groninger zeehavens
getrokken. De sectoren energie, chemie, agribusiness, recycling en logistiek
zijn volop in ontwikkeling. Hoe de haven er over tien jaar uit zal zien,
vindt Post moeilijk te zeggen. "Maar we zijn erg optimistisch. De grootste
uitdaging zal de komende jaren de infrastructuur zijn. Als een bedrijf in de
haven wil beginnen, moet eerst een kade worden aangelegd, de haven
uitgebaggerd of een terrein bouwrijp worden gemaakt. Kortom, dat is veel
werk. De kunst is om dat tijdig gereed te krijgen."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl